Political Secretary’s Article in De Standaard

GoeleOur Political Secretary and proud JEF Belgium hoodie wearer Goele Janssen appeared in the De Standaard newspaper on May 7, 2014 with her original piece titled “We kunnen nog alle kanten uit met Europa in Dutch [NL].

 

Join the discussion about the article and give her a thumbs up on Facebook.

 

Since most of the original article is hidden behind a paywall, we are publishing it here in its entirety.

If you know Dutch, enjoy this strikingly energetic piece on the European project with a whirlwind tour of Europe’s (un)certainties that addresses the main question: how to cast your vote in the European election in May 2014.

 

 

We kunnen nog alle kanten uit met Europa

Goele Janssen (22), Gent Junior projectleidster Europese Beweging België en politiek secretaris JEF België

Europa heeft me altijd ontzettend aangesproken. Het is een superjong politiek project, waarmee nog alle kanten uitgegaan kan worden. Aangezien Europa voortdurend evolueert, is er nood aan mensen die de kar trekken. Daarom koos ik voor een master in de EU-studies. Vorig jaar rondde ik die succesvol af, maar vond dat ik een zekere economische achtergrond mankeerde. Momenteel ben ik dus halftijds studente economie en aan het werk bij de Europese Beweging België tot aan de verkiezingen, waar ik afgelopen zomer stage deed.

Door een Erasmusuitwisseling in Duitsland ben ik me echt onderdeel van de Europese gemeenschap beginnen te voelen. Jammer genoeg gaapt er een brede kloof tussen de hoopopgeleide Erasmusgeneratie en de lager opgeleide jongeren die deze manieren niet hebben om met Europa in contact te komen. Er zijn zeker en vast geëngageerde jonge mensen die zich het hoofd over de grote vraagstukken breken, maar voor de gemiddelde Europeaan blijft politiek de ver-van-zijn-bed-show. Wij hebben het voordeel dat we Brussel hebben, maar als ik zie hoe moeilijk het al is om Belgische jongeren buiten de ‘Brussels bubble’ te bereiken, dan is het in het buitenland ongetwijfeld veel lastiger om de jeugd te sensibiliseren.

Wat betreft het democratisch deficit is er zeker nog heel wat werk aan de Europese constructie. Voor wat het Europees Parlement echter betreft – en dus de opkomende verkiezingen – kan men de goodwill niet negeren. Het Parlement is mijn inziens een pionier in het openbaar maken van allerlei informatie en dat in 24 talen. Dat betekent daarom spijtig genoeg nog niet dat mensen de weg naar die informatie vinden, laat staan zoeken.

Het huidige eurosceptische klimaat is misschien wel de ideale aanleiding om mensen het nut van Europa uit te leggen. Mensen zijn op dit moment het slachtoffer van wat er in het Europese project ontbreekt: intersolidariteit en samenhang. Daarom moet nu het momentum aangesproken worden om uit te maken welke legitimiteit we aan Europa toekennen.

De kernvraag van deze Europese verkiezingen lijkt me overigens: willen we een sociaal Europa of niet? Zolang regeringen in termen van competitiviteit blijven spreken, dreigt Europa aan de nationale belangen uiteen te scheuren. We moeten één Europees systeem uitbouwen om in de wereldeconomie en –politiek concurrentieel te blijven. Op één van onze afgelopen debatten werd het zo gesteld: wie zegt dat je geen sociaal beleid op een economisch kerkhof kunt bouwen, moet zich afvragen of je een economisch beleid op een sociaal kerkhof kunt bouwen.

Die spanning zal mijn stemkeuze bepalen. Europees stem ik zeker persoonsgebonden. Omdat er in het Europees Parlement geen vaste meerderheden bestaan, hebben Europarlementsleden een zekere vrijheid én mogelijkheid om als individu op dossiers door te wegen. Ik kies een persoon, van wie ik denk dat hij/zij mijn mening correct zal vertegenwoordigen.